Molenaarsambacht op UNESCO-lijst immaterieel erfgoed
Het molenaarsambacht staat vanaf vandaag op de ‘Representatieve Lijst’ van immaterieel cultureel erfgoed van UNESCO. Dat is bekendgemaakt tijdens een vergadering van het UNESCO-comité in Zuid-Korea. Het is voor het eerst dat immaterieel erfgoed uit Nederland een plaats krijgt op deze lijst. De Raad voor Cultuur heeft in 2015 positief geadviseerd over de nominatie van het molenaarsambacht.
Toenmalig minister Jet Bussemaker (OCW) heeft het ambacht daarna voorgedragen bij UNESCO. Dankzij de inspanningen van Het Gilde van Vrijwillige Molenaars, Vereniging De Hollandsche Molen, Het Ambachtelijk Korenmolenaarsgilde en het Gild Fryske Mounders is de nominatie verzilverd.
Sinds de negentiende eeuw zijn veel molens tot stilstand gekomen. Daardoor ging er ook veel kennis verloren. Het ambacht van de molenaar dreigde uit te sterven. Tegenwoordig laten vijftig beroepsmolenaars en honderden vrijwillige molenaars de wind- en watermolens in Nederland weer draaien. Er is een opleiding voor vrijwillig molenaar opgezet. Ook zetten de vrijwilligers zich in om kennis over het ambacht te delen met het grote publiek, zoals door de organisatie van de Nationale Molendag.
In 2012 heeft Nederland het Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed geratificeerd. Immaterieel erfgoed bestaat uit tradities, rituelen, gebruiken en ambachten die mensen niet verloren willen laten gaan en die ze willen doorgeven aan volgende generaties. Voordat een land een traditie kan voordragen voor de Representatieve Lijst moet die eerst op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed zijn geplaatst. De coördinatie hiervan is in handen van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed.