Advies Voordrachten UNESCO-verdrag immaterieel erfgoed
Minister Bussemaker (OCW) heeft besloten het molenaarsambacht voor te dragen voor de ‘Representatieve Lijst’ van immaterieel erfgoed van UNESCO. Zij neemt hiermee het advies van de Raad voor Cultuur over.
Het Gilde van Vrijwillige Molenaars, Vereniging De Hollandsche Molen, Het Ambachtelijk Korenmolenaarsgilde en het Gild Fryske Mounders gaan de komende maanden een nominatiedossier samenstellen. Dat dossier wordt in het voorjaar van 2016 ingediend bij UNESCO.
De minister had de raad gevraagd om kansrijke kandidaten te selecteren voor een internationale voordracht. Omdat volgens de raad de huidige inventarisatie van immaterieel erfgoed in het Koninkrijk nog onvolledig en niet gevarieerd genoeg is, heeft hij nu maar één kandidaat voorgedragen.
De raad adviseert de periode tot de volgende nominatie te benutten om de inventarissen van het Koninkrijk der Nederlanden op orde te brengen en het formele traject - in samenspraak met Caribische gebieden en landen - te ontwikkelen. Op die manier heeft het hele Koninkrijk gelijke kansen in de procedure.
Het is voor het eerst dat Nederland een traditie voordraagt voor de Representatieve Lijst van immaterieel erfgoed bij UNESCO. Daarvoor moet die eerst op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed zijn geplaatst. De coördinatie hiervan is in handen van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed.