Raad voor Cultuur pleit voor herziening theaterbestel
Houd bij de financiering van theatergezelschappen meer rekening met hun eigen profilering. Door niet iedereen langs dezelfde meetlat te leggen, ontstaat er een veelzijdiger en avontuurlijker theateraanbod. Voor makers is er dan meer ruimte om zich te ontplooien, voor het publiek is er meer om te kiezen. Ga in het theaterbeleid, kortom, uit van maakbehoefte in plaats van maakdwang. Dat schrijft de Raad voor Cultuur in zijn advies over de Nederlandse theatersector, ‘Over grenzen’.
De raad wil met zijn advies bevorderen dat er in het gesubsidieerde circuit meer ruimte is voor makers met een cultureel diverse achtergrond en makers die werken vanuit verschillende disciplines. Theater is voor iedereen. Toch lukt het (nog) onvoldoende om het grote potentiële publiek aan te spreken. De theatersector moet daarom worden gestimuleerd om zijn maatschappelijke voetafdruk te vergroten. Het is belangrijk dat iedereen zichzelf kan herkennen in de verhalen die op de podia worden verteld - en dat iedere Nederlander, ongeacht leeftijd, culturele achtergrond, inkomen, opleidingsniveau of woonplaats, optimaal toegang heeft tot theater.
Op dit moment is het theaterbestel volgens de raad te veel gericht op het behalen van prestatie-eisen en lokt het daardoor eenvormigheid uit. De raad adviseert meer te werken met maatgerichte subsidies voor onderscheidende ambities van gezelschappen, zoals het ontwikkelen van nieuw repertoire, maken van tournees, spelen in de grote zaal, begeleiden van talent of spelen in het buitenland. De raad adviseert ook om toepassing van de Code Culturele Diversiteit als beoordelingscriterium voor subsidies op te nemen.
De raad houdt een pleidooi voor een theaterbestel dat meer uitgaat van de lokale worteling. Door een stevige band tussen podia en gezelschappen in de eigen regio kunnen zij beter inspelen op de samenstelling van het publiek en de maatschappelijke omgeving. Zo’n stevige worteling is de basis voor een (inter)nationale profilering.
Meer evenwicht
Ook op nationaal niveau moet een betere samenwerking tussen producenten en speelplekken ertoe bijdragen dat er een hoogstaand theateraanbod door het hele land te zien is en dat er meer evenwicht tussen aanbod en afname ontstaat. Seriebespeling en gezamenlijke marketing spelen daarin een belangrijke rol, net als gezamenlijk produceren en randprogramma’s ontwikkelen. Om een veelzijdig aanbod voor de grote en vlakke vloer te kunnen programmeren, pleit de raad voor meer financiële middelen voor de podia. Om avontuurlijk aanbod in het ongesubsidieerde circuit te bevorderen, adviseert hij de mogelijkheden te onderzoeken om een ‘revolving’ fonds’ op te richten, zodat vrije producenten hun producties kunnen voorfinancieren.
De raad vraagt aandacht voor de ondersteunende taken op het gebied van theater, zoals beheer en behoud van theatraal erfgoed, dataverzameling en promotie. Deze functies zijn door de bezuinigingen als eerste gesneuveld, maar vormen de randvoorwaarden voor een vitaal en veerkrachtig bestel. Zo is doorlopend en professioneel uitgevoerd publieksonderzoek een uitdaging die de sector als geheel (podia en bespelers) zo snel mogelijk moet oppakken. Investeer op basis daarvan in kennisdeling en collectieve marketing, zodat (nieuwe) publieksgroepen beter worden bereikt.