Aanvullend advies subsidieaanvragen BIS 2017-2020
De Raad voor Cultuur heeft in mei 2016, in het kader van de Culturele Basisinfrastructuur 2017 – 2020, advies uitgebracht over de subsidieaanvragen van culturele instellingen. De raad heeft toen aan het positieve advies over een aantal instellingen de voorwaarde verbonden dat zij één of meer onderdelen van hun activiteitenplan vóór aanvang van de nieuwe subsidieperiode moesten aanpassen. Minister Bussemaker (OCW) heeft de raad verzocht een aanvullend advies uit te brengen over deze aangepaste plannen.
In totaal hebben 24 instellingen hun subsidieaanvraag aangepast. Tien instellingen hoefden alleen een nieuwe, sluitende begroting in te dienen: Joods Historisch Museum, Princessehof, Letterkundig Museum, Nationaal Glasmuseum Leerdam, Nederlands Fotomuseum, Rijksmuseum van Oudheden, Rijksmuseum Twenthe, Rijksakademie van Beeldende Kunsten, Nederlands Filmfestival en Fonds voor Bijzondere Journalistieke Projecten.
Veertien instellingen hebben naar aanleiding van het advies van de raad de opdracht gekregen om hun oorspronkelijke subsidieaanvraag inhoudelijk aan te passen. De raad heeft deze aangepaste plannen en begrotingen beoordeeld. Het gaat om de volgende instellingen: Theater Rotterdam, Metropole Orkest, NedPhO | NKO, philharmonie zuidnederland, Residentie Orkest, Rotterdams Philharmonisch Orkest, De Nationale Opera en Ballet, Nederlandse Reisopera, Nederlandse Dansdagen, Marres, De Ateliers, Cinekid, Stichting Lezen, en LKCA.
Daarnaast reageert de raad ook op de aanpassingen in het activiteitenplan van Het Gelders Orkest naar aanleiding van het aanvullende advies over deze instelling op 2 december 2016.