Raad voor Cultuur voelt tijdgeest goed aan
Op grond van artikel 28 van de Kaderwet Adviescolleges is de raad gehouden om eens per vier jaar het eigen functioneren te evalueren en daarvan verslag te doen aan de bewindspersoon van OCW. Berenschot heeft deze evaluatie voor de periode 2019-2022 uitgevoerd. Deze evaluatie is door staatssecretaris Uslu van Cultuur en Media aan de Tweede Kamer verzonden.
Berenschot concludeert dat de raad erin is geslaagd om in de periode 2019-2022 een passend aantal kwalitatief hoogwaardige adviezen uit te brengen en dat dat gegeven de lastige en sterk wisselende omstandigheden als gevolg van de coronacrisis een prestatie van formaat is. De keuze van de raad om, vaak op eigen initiatief, te adviseren over domeinoverstijgende thema’s zoals grensoverschrijdend gedrag en duurzaamheid wordt gewaardeerd door de gesprekspartners voor de evaluatie. Berenschot geeft aan dat de raad de tijdgeest hiermee goed aanvoelt en bepaalde onderwerpen weet te agenderen (ook op schurende kwesties) die nog niet op het netvlies stonden van beleidsmakers. In deze ‘antenne’ wordt grote meerwaarde van de raad ervaren, zeker ook door het ministerie. Daarnaast spreekt uit het rapport dat de raad in de periode 2019-2022 veel meer aandacht heeft gehad voor doorwerking dan in de vorige evaluatieperiode en dat de raad met diverse adviesraden heeft samengewerkt.
Berenschot komt tot de conclusie dat de raad een gezaghebbende positie heeft in de cultuursector. Uit de evaluatie komt naar voren dat de raad zijn positie in de mediasector niet heeft weten te versterken. Berenschot noemt hierbij als mogelijke verklaring dat de inbreng van de raad op het gebied van media in de evaluatieperiode beperkt was. Dit beeld herkent de raad niet: 12 van de 52 in de bijlage genoemde adviezen uit de evaluatieperiode betreffen adviezen over de mediasector. Meer kwalitatief geldt dat bijvoorbeeld de in samenspraak met de Raad voor Openbaar Bestuur opgestelde adviezen over de samenhang tussen de lokale, regionale en nationale omroep veel doorwerking hebben gehad. Daarnaast is de mediasector meegenomen in diverse domeinoverstijgende adviezen, zoals die over digitalisering en grensoverschrijdend gedrag.
Dit laat onverlet dat de raad zijn positie, zowel in de cultuur- als de mediasector, de komende periode graag verder versterkt. De inzichten uit de evaluatie neemt de raad hierbij ter harte.